Bij het ontwerp van een stofzuiger is een groot aantal zaken van invloed op het al dan niet succesvol functioneren in de praktijk. Door jarenlange ervaring met de ontwerpen van diverse leveranciers, tests in de praktijk en het afzonderlijk bekijken van de invloed van elk ontwerpaspect heeft TNO richtlijnen opgesteld die als leidraad kunnen dienen voor het ontwerpen van goede stofzuigers.
Deze richtlijnen zijn uitgebreid uitgeschreven en terug te lezen in het document dat hieronder is te downloaden. Delen van deze tekst zijn op deze pagina samengevat.
In de regel geldt dat de airflow door de afzuigslang zo hoog mogelijk dient te zijn. Concreet gelden de volgende punten:
Er is een aantal filterconcepten, te weten:
Het allerbelangrijkste ontwerpcriterium is er zorg voor te dragen dat de stoffilters niet sterk vervuilen en daarmee de capaciteit van de stofzuiger (sterk) vermindert tijdens gebruik. Dit kan worden gerealiseerd door toepassing van:
Tijdens de filterreiniging moet de afzuigfunctie van de stofzuiger worden gegarandeerd. Helft van het filter reinigen, lucht aanzuig via tweede helft. Ook verdient het aanbeveling middels een flowindicatie (akoestisch, visueel) de werking van de stofzuiger continu te controleren.
Er is een aantal mogelijkheden:
De "open" systemen hebben als nadeel het extra vervuilen van de filtersystemen. De gesloten papieren/ kunststof vervuilen tijdens gebruik en veroorzaken daarmee een vermindering van de effectieve afzuigcapaciteit van de stofzuigers. Een voordeel is uiteraard de verminderde stofbelasting voor de L,M en H filters. Bij de verwijdering van deze gesloten systemen, vol met stof, is de blootstelling aan schadelijk stof nihil, dit in tegenstelling met open systemen.
Het gebruik van stofzuigers en compartimentering zijn communicerende vaten. Bij een volledige compartimentering van de stofbron kan het stof niet verspreiden naar de directe werkomgeving. Bij een onvolledige compartimentering kan het stof verspreiden naar de werkomgeving. De mate van compartimentering stelt andere eisen aan de afzuigcapaciteit van stofzuigers.
In de onderstaande figuur zijn voorbeelden gegeven van "gesloten systemen", "semi-gesloten" systemen" en "open" systemen.
Het gesloten systeem is volledig gecompartimenteerd rondom de stofbron; bij de afzuigkap voor een haakse slijper is sprake van een gedeeltelijke omsluiting van de stofbron en een éénduidige verspreidingsrichting van het stof en bij de hakhamer is er een aanzienlijke afstand tussen bron en afzuigslang. De keuze van een stofzuiger is mede afhankelijk van de mate van compartimentering. De blauwe boorhamer functioneert stofvrij bij een afzuigcapaciteit van circa 20 m3/uur. De haakse slijper met afzuigkap werkt stofvrij bij een capaciteit van 150 m3/uur. De getoonde hakhamer werkt stofvrij bij gebruik van een stofzuiger met een capaciteit van meer dan 250 m3/uur.
Het totale systeem (gereedschap, afzuigmodule, stofzuiger) is bepalend voor de uiteindelijke blootstelling aan stof in de ademzone van de werknemer. Hoe beter de compartimentering betekent minder eisen aan de stofzuiger.